zaterdag 14 juli 2012

Spartacus

Er rijdt in ieder peloton wel een Spartacus rond en soms wel meerdere Spartacussen (Spartaci?). Een Spartacus voldoet aan een paar voorwaarden. Hij is zwaar van stuk, fors gebouwd en neemt aldus veel gewicht mee. Maar naast een surplus aan gewicht is er ook een surplus aan kracht aanwezig. Een Spartacus is onverzettelijk, meestal koppig van aard, tikje introvert en mentaal sterk; 'kom maar op' straalt hij uit. Al deze eigenschappen vertalen zich ook naar de wijze van fietsen. Logisch want ieder fietst zoals hij/zij is en leeft. In het profpeloton is Fabian Cancellara een echte Spartacus met zijn 80 kilo. Bij ons nemen de Spartaci nog wel even wat meer aan gewicht mee.  


Een Spartacus is net zo stabiel als de zware klei uit het Noorden. Je kunt er zo veel water opgooien als je wilt maar het blijft een taaie, harde substantie en het wordt nooit modder. Ook op de weg kun jer er een grote hoeveelheid water opgooien; hij haakt niet af van een beetje slecht weer. Op het vlakke is Spartacus schier onverslaanbaar. Hij schuwt het kopwerk niet. Integendeel. Het bovenlichaam buigt zich over het stuur, de blik gaat op oneindig en beide benen stampen als krukassen van een scheepsmotor ritmisch en zoevend op en neer. Naast Spartacus rijden is geen pretje. Je moet namelijk met hem mee in zijn tempo. Achter Spartacus rijden is daarentegen een zegen. Door het grote oppervlakte voor je, wordt je als het ware als in een zetel meegezogen en zit je riant uit de wind. Meestal is een Spartacus ook een Bokito. Niet iedere Bokito is overigens een Spartacus.
Het probleem van Spartacus ligt in het langdurig omhoog rijden. In het gebergte telt het (over-) gewicht zwaar mee en de wetten van de zwaartekracht zijn daar onverbiddelijkEr is in deze ook sprake van een dilemma. Op het vlakke tellen de wetten van het peloton. De mores is kortweg: je rijdt je mede teamgenoten niet aan gort. Ook Spartacus moet luisteren en inhouden als er achter hem "knijpen" geroepen wordt. Echter op de heuvels en in de bergen tellen deze wetten blijkbaar niet. De vlieggewichten, die eerst ettelijke uren geprofiteerd hebben van het tempowerk van Spartacus spurten, als ratten die uit hun holen kruipen, uit de rug van Spatacus weg als de route serieuze percentages omhoog begint te lopen. Dan geldt er blijkbaar geen "knijpen"! 
Spartacus neemt echter revanche als er 'met het hol open' gereden wordt. Met het hol open rijden is afzien met de tong in het voorwiel, het snot voor de ogen en de billen op het puntje van het zadel. Voluit. Plastisch gezegd: met het hol open. Een beetje kleine teamgenoot, zoals onze Marieke, moet dan echt oppassen dat ze achter een Spartacus bij een noodstop tijdig remt, want er kan zich een situatie voordoen..................... ze verdwijnt dan waarschijnlijk minstens tot aan de enkels. Ze moet dan, in het gunstigste geval, in een soort hergeboorte door de rest van het team met behulp van een tang bevrijd worden. Plop..... In een minder gunstig geval is een keizersnede noodzakelijk. De situatie heeft zich gelukkig nog nooit voorgedaan maar je weet maar nooit! 
Spartacus................... Welk peloton kan zonder........................