Via de sociale media reageren mensen vol lof op de toespraak
van generaal b.d. Van Uhm. Hij hield op de Dam in Amsterdam bij de
Dodenherdenking een indrukwekkende toespraak waarin hij refereerde aan zijn
vader, die in de Tweede Wereldoorlog heeft gevochten, en zijn zoon die in
Afghanistan is gesneuveld. Niet alleen de inhoud van zijn boodschap maar ook de waardigheid waarmee hij dit enorme verlies draagt, roept groot respect op.
Van Uhm nam afstand van het ego denken in onze maatschappij en pleitte voor meer saamhorigheid en solidariteit. Voor een samenleving waarin we elkaar meer "ten dienste staan".
Hij zei het volgende:
"Wie dient, denkt niet alleen in ‘ik’.
Wie dient, denkt niet alleen in ‘zij’. Wie dient, denkt ook
in ‘wij’.
Daar begint de overwinning op het onrecht.
Want vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid, een betere
wereld, die maak je samen".
De positieve weerklank die Van Uhm m.i. terecht kreeg voor zijn toespraak is geweldig. Ik vraag me dan vervolgens wel af hoe wij positivo's de inhoud van zijn woorden dan vertalen naar eigen leven. En ik dan? Want dat "wij denken" moet je praktisch kunnen vertalen naar alle segmenten van je leven. Ook naar het sportieve segment. Hoe doen wij het dan in ons pelotonnetje? Rijden wij, om als eerste op de top te komen of rijden we ook eens een keer solidair mee met degene die het die dag even wat moeilijker heeft. Accepteren wij zorgplicht voor elkaar? Laten wij het "wij" toe? Of gaan we volop voor het "ikke"?
Hier past wel enige nuancering. Als Fabian Cancellara de Ronde van Vlaanderen dreigt te winnen mag je niet verwachten dat hij in de finale een teamgenoot even een solidair zetje bergop geeft. Natuurlijk niet. Hij verwacht eerder het tegenovergestelde want hij moet winnen en niemand anders. Dit ter meerdere glorie van hemzelf (en natuurlijk ook nog ten dienste van zijn centenbak). En niemand zal hem dat streven kwalijk nemen. Dat is nu eenmaal de nature of the game. Egoïsme mag; moet zelfs in de topsport. Winnen is ook niet vies.
Diezelfde competitiedrift zit ook in ons pelotonnetje - vergis je niet - met dat verschil dat wij niet hoeven te winnen. Wij hebben de keus.
Het is machtig interessant om te zien hoe wij met deze keus omgaan! "Ik" of "wij"......
Zou ik bijna bovenop de Redoute nog wel weten wie Van Uhm is?
De positieve weerklank die Van Uhm m.i. terecht kreeg voor zijn toespraak is geweldig. Ik vraag me dan vervolgens wel af hoe wij positivo's de inhoud van zijn woorden dan vertalen naar eigen leven. En ik dan? Want dat "wij denken" moet je praktisch kunnen vertalen naar alle segmenten van je leven. Ook naar het sportieve segment. Hoe doen wij het dan in ons pelotonnetje? Rijden wij, om als eerste op de top te komen of rijden we ook eens een keer solidair mee met degene die het die dag even wat moeilijker heeft. Accepteren wij zorgplicht voor elkaar? Laten wij het "wij" toe? Of gaan we volop voor het "ikke"?
Hier past wel enige nuancering. Als Fabian Cancellara de Ronde van Vlaanderen dreigt te winnen mag je niet verwachten dat hij in de finale een teamgenoot even een solidair zetje bergop geeft. Natuurlijk niet. Hij verwacht eerder het tegenovergestelde want hij moet winnen en niemand anders. Dit ter meerdere glorie van hemzelf (en natuurlijk ook nog ten dienste van zijn centenbak). En niemand zal hem dat streven kwalijk nemen. Dat is nu eenmaal de nature of the game. Egoïsme mag; moet zelfs in de topsport. Winnen is ook niet vies.
Diezelfde competitiedrift zit ook in ons pelotonnetje - vergis je niet - met dat verschil dat wij niet hoeven te winnen. Wij hebben de keus.
Het is machtig interessant om te zien hoe wij met deze keus omgaan! "Ik" of "wij"......
Zou ik bijna bovenop de Redoute nog wel weten wie Van Uhm is?