vrijdag 1 april 2011

Onderschatting?

 Het is 31 mei 2010. Drie dagen voor D-day. We staan, in een lekker zonnetje, onderaan de eerste bocht (bocht 21), aan de voet van de Alpe d’Huez. Het is 26 graden en windstil. We zijn gestopt om de berg in ons op te nemen. Ik ben zowaar onder de indruk van het moment en zie dat dat ook voor andere teamleden geldt.

Het is tenslotte een historische berg en daar mag je best even tijd en ruimte voor vrij maken. Ik kijk omhoog  langs de weg waar Marco Pantani eens (gedrogeerd) naar boven beukte, waar Dennis Mensjov op dit stuk weg sneuvelde, waar Jan Ulrich en Lance Armstrong elkaar bestookten en ‘der Jan’ uiteindelijk zijn sportieve Waterloo beleefde. Voor ons als Team is het ook een historisch moment omdat nu aan 9 maanden voorbereiding een einde komt. Bovendien zijn we hier niet toevallig maar met een missie. Ook persoonlijk historisch omdat ik de berg goed ken. In 1995 reed ik hier met onze toen 11-jarige zoon Ruben naar boven. Tja…een opvoeding door een vader die geloofde (en gelooft) dat samen intensief beleven bij opvoeden hoort. 1995 was ook de laatste keer dat ik hier was. In mijn herinnering is het nu anders, was de weg  breder en vooral….. minder stijl en minder indrukwekkend. Ik weet dat de eerste drie bochten de zwaarste zijn maar toch….
Beroepsrenners, zoals Bram Tankink, praten met de berg voordat ze een berg van de eerste categorie beklimmen. Pogen daarmee de Berg gunstig te stemmen en eigen spanning te  verminderen. Die Berg is namelijk een superieure kolos en wint altijd. Wij zijn niet onoverwinnelijk. Wij zijn afhankelijk van Zijn humeur. Ik praat ook even tegen de Berg. Vraag of hij me niet in de poep wil rijden. Baat het niet dan schaadt het niet. Wel in stilte, anders denkt de rest dat ik gestoord ben.
We komen in beweging en beginnen aan de klim. Oei, da´s zwaar! Ik zie voor me andere groepen omhoog fietsen. Naast de weg lopen al enkele fietsers. Nu al!? De weg loopt nu met 12% omhoog. Ik voel de spanning op mijn beenspieren, ben ook zeker geen begenadigd klimmer. Nog maar 14 kilometer, oooohhh…… Geef mij de korte heuvels maar. Het zweet gutst nu al van me af. Achter me hoor ik een aanverwant teamlid uit onze groep paniekerig kreunen. ‘Ik kan dit niet; het gaat niet meer’. Ik roep naar achter dat ze gewoon door moet fietsen en dat het na drie bochten makkelijker wordt. Ik realiseer me te laat dat ze een snik in haar stem heeft en dat ik nogal nors reageer, een reactie die veroorzaakt wordt door mijn eigen spanning en ongemak. Ik draai me om, om haar wat vriendelijker aan te spreken. Het is echter al te laat. Ik zie haar in de verte aan de kant van de weg staan, gebogen over haar stuur. Ze is een begenadigd spinster, maar spinnen heeft niet zo heel veel met fietsen in de bergen te maken (luxe contra basic). We gaan door. Deze tour wacht ook op niemand. Hopelijk is er een teamcaptain die haar oppikt. Naast me passeert  even later een Nederlandse auto. Uit het geopend raam waaiert muziek van Andre Hazes naar buiten en verdwijnt in de verte. ‘Bloed, zweet en tranen’. Hoe toepasselijk.
Heeft zij het onderschat; heb ik het onderschat?

Dinsdag 29 maart 2011. Ik rij in de auto naar huis. Het Nederlands voetbalelftal heeft vanavond gespeeld en ik hoor op de radio een interview met de coach van Oranje, Bert van Marwijk. Het Nederlands elftal heeft heel onverwacht slechts nipt gewonnen van het Hongaarse elftal, hoewel in de voorgaande wedstrijd en in de gehele voorbereiding het Nederlands elftal glanzend speelde en alles op rolletjes liep. Van Marwijk praat over  ‘onderschatting’, die er ingeslopen is, juist omdat het zo goed ging. Hij heeft het over ‘met de voeten weer op de grond ‘en ‘schrikeffect’. Onderschatting?

Onwillekeurig moet ik denken aan het Team Bijsterbosch en terugdenken aan 31 mei 2010. Is er bij ons niet hetzelfde het geval? Onderschatten we het niet? Het gaat prima met het team. We konden al vroeg de training oppakken. Maken veel kilometers. Mensen leren snel. Rijden in toenemend gemiddelde snelheid mee. Willen continu hard rijden." Beuken "(?) Een bromfiets is een gewild achtervolgingsobject. Rijden 100%. Ervaren weinig tegenslag. Verhogen, openlijk of officieus, de doelstelling voor 9 juni 2011. Leggen de lat hoog alsof het niets is. Maar een goede seizoensstart betekent niet automatisch een goed vervolg. Het is  belangrijk dat je nu pas op 80 à 85% van je mogelijkheden zit, zodat er nog voldoende rek in de prestaties zit. Onderschatting?

Als dat zo is, wat kun je er dan aan doen?
Naar Limburg en de vier steilste bergen beklimmen!!